Kwaliteitshout

Snoeien

Een belangrijk kenmerk van kwaliteitshout is dat het noestvrij is. Veel boomsoorten krijgen op jonge leeftijd vanzelf een takvrije stam door natuurlijke taksterfte en takreiniging. Voorbeelden van soorten met een goede takreiniging zijn es, esdoorn en beuk. Andere soorten laten hun takken moeilijker of pas op latere leeftijd en dus bij grotere stamdiameter vallen. Deze soorten kunnen door middel van snoei takvrij gemaakt worden. Na de snoei zal de wond snel dichtgroeien. Vanaf dat moment wordt de jaarring gesloten en wordt noestvrij hout geproduceerd. 

Diameter

Hoe kleiner het deel van de uiteindelijke kwaliteitsstam is waarin noesten zitten, des te waardevoller is de stam. Het is daarom verstandig om te snoeien als de boom nog dun is. Vaak wordt de maat van een bierviltje gebruikt als referentie voor de diameter waarop gesnoeid moet worden. Dat is een prima uitgangspunt. Het is echter geen probleem om dunnere bomen op te snoeien. Houd daarbij wel rekening met het feit dat niet te veel kroon die bijdraagt aan de groei weggenomen moet worden. Daarnaast kan het minder kosteneffectief zijn omdat opsnoeien bij een dunnere diameter er voor kan zorgen dat er meer snoeibeurten nodig zijn om de gewenste takvrije lengte te bewerkstelligen. Kern van het verhaal is dat de stam die als eindproduct naar de markt gaat een noestvrije mantel van net minste 20 centimeter dient te hebben. 

Hoogte

Bij het bepalen van de hoogte tot waar opgesnoeid wordt is het van belang te weten welke producten van het hout dat geproduceerd wordt gemaakt kunnen worden. Voor sommige manieren van houtgebruik zijn slechts korte stukken nodig. Denk daarbij aan parket of aan vaten van eikenhout. Voor andere gebruiken zoals voor exclusief bouwhout kan lengte een belangrijke rol spelen. De randvoorwaarden van het eindproduct zijn belangrijk, maar wat de eindproducten over pakweg 50 jaar zijn is onzeker. Hoe langer de kwaliteitsstam uiteindelijk is des groter de gebruiksmogelijkheden en vrijheid van de eindgebruiker de stam op te delen of in zijn geheel te verwerken.
 
In de praktijk wordt de hoogte tot waar wordt opgesnoeid bepaald door de methode van snoei, het moment van snoei, de opbouw van de boom en uw visie op de te maken kosten en de te verwachten opbrengsten.
+    Maak het takvrije stamstuk niet te kort, dat beperkt de gebruiksmogelijkheden
+    Zorg dat de boom een grote kroon kan ontwikkelen ten behoeve van de bijgroei
+    Dode takken laten zitten heeft geen zin. Snoei door tot de levende kroon
+    Opsnoeien in meerdere sessies is duurder dan opsnoeien in één keer

Nazorg

Het opsnoeien van kwaliteitsbomen is een gerichte investering waarvan een zeker rendement verwacht wordt. Soms moet deze investering opvolging krijgen om de ontwikkeling van kwaliteitshout te waarborgen. Een goed voorbeeld hiervan is de vorming van waterlot. Een bekende boomsoort waarbij dit voorkomt is eik. Er zijn echter meer boomsoorten die nieuw lot ontwikkelen. Voorbeelden hiervan zijn: douglas, esdoorn, lariks en abies alba. Het is dus verstandig om de bomen die zijn opgesnoeid te volgen en bij het beheer rond de kwaliteitsbomen rekening te houden met deze eigenschap. Als waterlot optreedt zal dit met een extra snoeibeurt weggenomen moeten worden. Als de verhouding tussen stamdikte en de grootte van de kroon evenwichtig is zal het eenmalig wegnemen van het waterlot in de regel voldoende zijn. 

Techniek

De belangrijkste geschikte technieken om takvrije stammen te realiseren zijn:
+    Begeleidingssnoei met de snoeischaar
+    Opsnoeien met de stokzaag
+    Opsnoeien met ladder en gebogen handzaag
 
Begeleidingssnoei kan helpen om in de jeugdfase te zorgen dat er voldoende kwaliteitsbomen zijn om later verder op te snoeien. Het kan ook de latere keuze van kwaliteitsbomen vergroten. De begeleidingssnoei bestaat voornamelijk uit het wegnemen van dikke zijtakken en dubbele toppen. Ook kunnen opdringerige concurrenten van de potentiële kwalitietsboom weggenomen worden. Begeleidingssnoei is intensief en is vaak gericht op bomen waarvan het niet zeker is of ze uiteindelijk geselecteerd worden als kwaliteitsboom.
 
Opsnoeien met de stokzaak is een eenvoudige methode om bomen op te snoeien. Bij het snoeien hoger dan 4 tot 5 meter wordt het werk echter ergonomisch belastend en neemt de nauwkeurigheid van het snoeien af. Dit heeft tot gevolgd dat er stompjes van takken achterblijven en beschadigingen van het cambium optreden als de zaak uitschiet.
 
Opsnoeien met ladder en gebogen handzaag is een geschikte methode om tot grotere hoogte op te snoeien. Er wordt daarbij gebruik gemaakt van een in delen op te bouwen ladder de op diverse punten aan de boom gezekerd wordt. Met deze methode kunnen eenvoudig takvrije stammen van 10 of zelfs 15 meter worden bereikt. 

Kosten

De kosten van opsnoeien zijn afhankelijk van soort, hoogte, afstand tussen de kwaliteitsbomen, gebruikte techniek. Onderstaande tabel geeft een indicatie van de kosten op basis van ervaringscijfers en het ‘Normenboek Natuur, Bos en Landschap 2016’.

De kosten van het opsnoeien moeten uiteindelijk ruimschoots gecompenseerd worden door de meerwaarde die het hout oplevert. Daarbij spelen diverse onzekerheden:
+    Wat wordt de houtprijs als de stam op de markt wordt gebracht?
+    Wat is het volume van de stam als die op de markt wordt gebracht?
+    Met welk rentepercentage wordt gerekend om een reeel beeld te krijgen?
+    Hoe groot is het uitvalpercentage kwaliteitsbomen als gevolg van bijv. schade of storm?
 
Rekenvoorbeeld kosten per kuub
Om een beeld te krijgen van een uitkomst is onderstaand rekenvoorbeeld opgesteld:
Een douglas wordt gesnoeid bij een diameter op borsthoogte van 15 centimeter. De kosten voor het selecteren en opsnoeien tot 9m bedragen in 2015 €19,00 voor de stam.
In 2075 wordt de stam geoogst met een middendiameter van 75 centimeter. Het volume van de kwaliteitsstam is dan 4 kubieke meter. De kosten van het snoeien rekening houdend met 3% rente zijn bedragen in 2075 €111,94. Het hout moet in 2075 per kuub dus 111,94 : 4 = €28,00 per kuub meer opleveren.